w: Vroeger was alles beter? / l: Vroeger is altijd beter. / w: Vroeger is altijd beter zeg ik. Vroeger was alles beter zeg jij. / l: Jij bent nog maar net begonnen en soms denk ik dat jij het belangrijkste nu al hebt meegemaakt. / w: Nu al. / l: En je bent het allemaal nu al vergeten. / w: Nu al, ik heb nog helemaal niets meegemaakt. / l: Denk jij. / w: Ik ben nog maar net begonnen.
2024/2025
2024
2022
2021
a: Zullen we in bad gaan? / g: In bad? / g: Ja. En dan niet naar... / a: We kunnen evengoed samen in bad gaan. / g: Ja. Terwijl ik eigenlijk een doucher ben. / a: Gij zijt meer een doucher ja. / g: Maar we namen vroeger vaak samen een bad. / a: Dat was toch spannend? Een doucher die een bad neemt? / g: Gij hebt ook nog gedoucht met mij. Ik vond dat ook spannend.