p: Waar zijn we nu? / n: Ergens onder het podium denk ik. Moeten we niet langs hier? / p: Onder het podium? / n: Ik ben niet zeker. Moeten we niet naar boven? Naar mijn gevoel wel / p: Langs hier misschien. Nee toch niet. Zo gaan we de andere kant op denk ik.
 
c: Good evening. This is your captain, miss Laurie Anderson. Dear passengers, we gaan een noodlanding maken. / m: Good evening. This is your captain, miss Laurie Anderson. We are about to attempt a crash landing. Gelieve uw sigaretten te doven. Gelieve uw tafeltje omhoog te klappen en vast te zetten. Uw piloot zegt: leg uw hoofd op uw knieën. Uw piloot zegt: leg uw hoofd in uw handen. Uw piloot zegt: leg uw handen op uw hoofd, leg uw handen op uw heupen.